Wat is circulair?

Het idee voor een circulaire benadering bestaat al lang. Iedereen, die er even over nadenkt, kan begrijpen dat veel van de grondstoffen die de aarde biedt eindig zijn. Ze raken op den duur op.

 

Waar de planeet als een totaal ecosysteem haar grondstoffen laat circuleren, is de mens in haar huidig economisch model gericht op het eenmalig gebruiken van die grondstoffen.

Maar hoe zit dat dan met alles wat we ‘recyclen’?

Als de planeet iets ‘produceert’ dan krijgen grondstoffen een ‘verschijningsvorm’, bv een boom met bladeren. Wanneer de bladeren vallen veranderen zij van verschijningsvorm en worden voedsel voor diezelfde boom. Wanneer de boom ‘dood’ gaat, wordt de gehele boom voedsel voor een volgende boom. Er is geen verlies van hoeveelheid van grondstoffen. Er is geen verlies van kwaliteit van grondstoffen. Er is geen toxische stof toegevoegd of ontstaan die niet past in het ecosysteem.

Als we binnen een economie over ‘recyclen’ spreken zou dit dus aan dezelfde criteria moeten voldoen als het om de in die economie toegepaste grondstoffen gaat. Ongeacht de verschijningsvorm geldt voor de grondstoffen na gebruik:

Geen verlies van hoeveelheid. Geen verlies van kwaliteit.
Geen toegevoegde of ontstane toxische stoffen die niet passen in de oorspronkelijke kringloop.

 

Als we deze criteria toepassen op wat wij nu ‘recyclen’ noemen dan blijkt dat we niet aan de criteria kunnen voldoen. Een verschijningsvorm kan qua grondstof inderdaad nogmaals gebruikt worden, echter vrijwel altijd met verlies van kwaliteit en/of hoeveelheid. Voor veel verschijningsvormen is een hoeveelheid toxische stoffen toegevoegd die niet past in de oorspronkelijke kringloop en die ook niet meer te scheiden is.

We kunnen en moeten hier niet spreken over ‘circulair’ maar over het ‘verlengen van de lineaire verschijningsvorm’.

Niet ‘goed’ of ‘fout’, maar anders!

Of iets wel of niet ‘circulair’ is, is geen kwestie van goed of fout. Vrijwel alle verschijningsvormen binnen de huidige economie zijn lineair. Het is dan ook geen verrassing dat het hergebruik hiervan ook lineair is.

In plaats van ‘recycling’ spreken we dan over ‘downcycling’. Hergebruik is mogelijk, maar het voldoet niet aan de circulaire criteria.

Waarom is dit verschil dan toch van groot belang?

Veel aandacht gaat op dit moment naar het behouden van lineaire verschijningsvormen waaronder:

Gebruiksduurverlenging door reparatie, revitalisatie, deelvervanging.
Grondstofreductie door delen: minder producten worden gebruikt door meer mensen.
Grondstofreductie door downcycling: hergebruik met lagere kwaliteit met toevoeging van nieuwe (virgin) grondstof.

Dit zijn belangrijke stappen om de lineair ingezette grondstoffen zo lang mogelijk te benutten. Aan dit ‘verlengen’ zit echter een grens. De afname van kwaliteit is na een x aantal keer downcycling zodanig dat er geen bruikbare kwaliteit meer over is. Door de vaak noodzakelijke toevoeging van nieuwe (virgin) grondstoffen is het ‘opmaken’ van de grondstoffen van de planeet niet ‘voorkomen’ maar feitelijk alleen uitgesteld.

Op een tijdschaal van bv 50 jaar kunnen we met downcycling een heel eind komen. Wellicht met betere technieken houden we het 100 jaar uit of nog iets langer. Maar wanneer we gaan kijken op de circulaire tijdschaal: zolang de mens als soort zal bestaan, dan is 100 jaar van geen betekenis.

We zullen dus naast alle goede en positieve inspanningen voor het ‘verlengen van lineair’, een aanvang moeten maken naar daadwerkelijk circulair. Het opzettelijk inzetten van de grondstoffen van de planeet geschikt voor gelijkwaardig behoud van die grondstoffen zolang de mens als soort bestaat.

Circulair inkopen en aanbesteden faciliteert de transitie van lineair naar circulair

In een bijna volledig lineaire economie is het de uitdaging om met circulair inkopen en aanbesteden de transitie naar circulair in gang te zetten. Dit kan door in de uitvraag de circulaire criteria onverkort uit te vragen en die inschrijver te gunnen die de criteria het dichtst weet te benaderen. Daarmee wordt de markt gestimuleerd om circulaire producten te gaan ontwikkelen. De producenten die daarin voorop lopen zien hun inspanning en investering gewaardeerd doordat het hun producten zijn die toegepast worden ipv die van de concurrent die (nog) geen stappen heeft gezet richting circulair.

Het is van belang te realiseren dat ‘100%’ circulair nu nog nagenoeg onmogelijk is en dat het gaat om een maximale benadering van circulair. Verder is van belang dat naast ‘grondstoffen’, de ‘mens-factor’ gelijke aandacht krijgt. Social fairness is waar we dan naar moeten kijken. Hoe zijn/worden alle mensen behandeld die ergens in de keten betrokken zijn (geweest) bij het tot stand komen van de verschijningsvorm. We kijken dan vanaf de grondstofwinning tot en met het terugkeren in de keten na gebruik. Wanneer er misstanden zijn in de omgang met mensen zoals uitbuiting, slechte of gevaarlijke arbeidsomstandigheden, kinderarbeid, corruptie etc. dan voldoet dat niet aan de circulaire criteria. In de definitie van een circulaire economie staat:

“…Alle acties betreffende grondstoffen en mensen binnen die economie zijn opzettelijk herstelbaar naar een eerdere en/of originele staat…”

Mensen worden blootgesteld aan toxische stoffen. Worden (jaren lang) uitgebuit of blootgesteld aan gevaarlijke en onmenselijke omstandigheden. Kinderen worden gedwongen al heel jong te werken en worden de toegang tot onderwijs ontnomen. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Geen van deze omstandigheden zijn ‘herstelbaar naar een eerdere staat’. De jaren die een kind zijn ontnomen, zijn niet ‘herstelbaar’. Ziektes en afwijkingen die ontstaan zijn door blootstelling zijn niet ‘herstelbaar’.

Circulair inkopen en aanbesteden is dus ook social fair inkopen. Dat gaat verder dan wat producten selecteren op een ‘fair trade’ logo. Het gaat om alle mensen in de gehele keten, zowel voorafgaand aan gebruik, tijdens het gebruik en na het gebruik.

Rendemint heeft voor daadwerkelijk circulair inkopen een methode ontwikkelt waarin alle aspecten betreffende grondstoffen èn mensen gelijke aandacht krijgen met heldere concrete criteria en een meetbaar objectief resultaat dat voor elke partij toepasbaar is (zonder complexe rekenmethodes).